‘Is dat wel mishandeling?’
De Poolse Gaby (21) studeert Handhaving, Toezicht en Veiligheid aan het ROC. Sinds vier weken loopt ze stage bij de politie in de Haagse Schilderswijk. Ze merkt dat er veel jongeren zijn die de politie wantrouwen.
Waarom wil je bij de politie werken?
‘Ik wil helpen. Verbetering brengen in de samenleving. En boeven vangen vind ik ook leuk.’
Wat heb je tijdens je stage meegemaakt?
‘Rond bureau Heemstraat wordt vaak dubbel geparkeerd. Ik spreek mensen daarop aan. Sommige mensen doen moeilijk en gaan er tegenin. Anderen doen meteen heel netjes en rijden weg. Je weet nooit van tevoren hoe mensen reageren. Dat maakt het werk leuk.’
Schrijf je ook bekeuringen?
‘Nee hoor, dat mag ik nog niet. Ik loop mee in burgerkleding en ik kijk mee met een hoofdagent.’
Wat vind je van het contact tussen politie en jongeren?
‘Het zou goed zijn als de politie goed contact heeft met jongeren in de buurt. Stel dat er iets gebeurt, dan weten ze je te vinden. Zo help je elkaar. Maar dat is moeilijk. Er is veel wantrouwen. Sommige jongeren kijken je normaal aan en zeggen “hallo”. Maar veel jongens blijven je aankijken met zo’n blik van “Wat moet je” en “Wat wil je”.’
Waar komt dat wantrouwen vandaan?
‘Ze zien filmpjes op Instagram en Facebook. Dan zien ze politieagenten die jongeren slaan. En dan denken ze: dat is mishandeling en die jongeren doen niks. Maar ze zien niet wat eraan vooraf is gegaan. Je ziet alleen een deel van het verhaal. De rest wordt niet gefilmd. Ik hoop dat jongeren daarover gaan nadenken. Wat weet ik over wat er is gebeurd? Hoe vaak heeft de politie gewaarschuwd? Is dat wel mishandeling?’
Wat vind je ervan dat de politie mensen in dienst heeft van een verschillende afkomst?
‘Ik heb daar een dubbel gevoel over. Sommige agenten horen van hun familie en vrienden dat ze hun land verraden als ze bij de politie gaan werken. Aan de andere kant zorg je, als je je werk goed doet, dat burgers meer respect en begrip krijgen voor buitenlanders.’
Heb jij dit zelf ook ervaren?
‘Ik denk dat mensen mij zien als Nederlandse. Zelf zie ik mezelf ook zo. Toch komt mijn achtergrond van pas. Bijvoorbeeld toen we op zoek waren naar twee Polen die iets hadden gestolen. We vonden een verdachte, maar hij sprak geen Nederlands of Engels. Toen heb ik kunnen vertalen en al snel bleek dat hij niet de dief was. Een andere keer was er een weggelopen Pools meisje. Met mijn stagebegeleider ben ik er thuis geweest en hebben we het verhaal van de moeder aangehoord. De stagebegeleider heeft een mailtje gemaakt naar Veilig Thuis die het gezin verder kan helpen.’
Wie is jouw favoriete agent?
‘Mijn stagebegeleider. Zij kan heel goed uitleggen. Zelf is ze nog maar net klaar met haar opleiding, maar het lijkt wel alsof ze al tien jaar bij de politie werkt.’